De puzzel "Uitglijden? (2,2,5,4)" bestaat uit vier woorden met respectievelijk 2, 2, 5 en 4 letters. Het lijkt op het eerste gezicht misschien een lastige puzzel, maar met wat denkwerk en creativiteit kom je er vast uit!
De eerste twee woorden van de puzzel zijn "uit" en "glijden". Deze woorden vormen samen het werkwoord "uitglijden", wat betekent dat je plotseling wegglijdt of valt. Het derde woord van 5 letters kan een aanvulling zijn op dit werkwoord, zoals "op het ijs" of "in de modder". Het vierde en laatste woord van 4 letters kan een zelfstandig naamwoord zijn dat past bij de situatie van uitglijden, zoals "trap" of "vloer".
Door logisch na te denken en verschillende combinaties te proberen, kun je uiteindelijk de juiste oplossing vinden voor deze puzzel. Het is een leuke uitdaging om je brein te trainen en je woordenschat te testen. Veel succes!